Anne Marie Amand

Zij is geboren en gedoopt in Brussel, in de Sint Catharinaparochie op 15 augustus 1788. Haar peter is Joannes Frans Bevel en haar meter grootmoeder Anne Marie Hobert, allebei wonend in Brussel.

Ze werkt als dagloonster en is bij haar huwelijk 36. Zij trouwt te Thulin op 12 mei 1824 met dagloner Alexis Joseph Dubus, geboren op 22 juni 1782, zoon van Jean Joseph (1742-1817) en Elisabeth Mahieu (ca 1743-1802). Het is haar achterneef want hun grootouders Jean Joseph Amand en Catherine Joseph Amand zijn broer en zus.

De getuigen zijn wagenmaker Philippe Joseph Joie, 44 jaar, landbouwer Dominique Joseph Abrassart, 68, Pierre Jospeh Grapin, veldwachter, 44 en schoenmaker Philippe Joseph Dubuissant, 28. Ze wonen allemaal in Thulin. Ze krijgen een dochter Elisabeth op 30 januari 1825 in Thulin. Ze werd dagloonster van beroep.

Alexis Joseph is een eerste maal gehuwd met Henriette Barbieux waarmee hij een zoon Jean Baptiste heeft, die 56 is in 1865 en een zoon Alexis Joseph geboren op 2 februari 1804  die op 10 januari 1827 trouwt met Alexandrine Feron. Moeder Henriette sterft op 5 maart 1824 en twee maanden later hertrouwt Alexis met Anne Marie.

Alexis Joseph overlijdt te Thulin op 13 februari 1832 en is dan 58 en weduwnaar van Marie Amand. Getuigen zijn veldwachter Pierre Joseph Grapin, 50, en wagenmaker Philippe Joseph Joye, 51.

Wanneer Anne Marie sterft heb ik nog niet gevonden. Wel dat het tussen 1825 en 1832 is. Wellicht niet in Thulin want ik vind haar overlijden daar niet in de BS.

Angélique Caroline Dorothée Amand

Zij wordt geboren te Gheluwe in West Vlaanderen op 30 juni 1790 en gedoopt op 1 juli. Peter is Petrus Ludovicus Geeraert en meter Angela Dorothea Van Damme.

Gheluwe lag toen in het district Menen en hoort nu bij Wervik. Boniface zal daar wel douanier geweest zijn. Zij is naaister van beroep wanneer ze te Thulin trouwt op 17 augustus 1825 met kleermaker Jean Baptiste Patte, geboren te Thulin op 3 februari 1802 als zoon van Thomas en Marie Thérèse Nicaise. Getuigen bij het huwelijk zijn: veldwachter A. Robette, 62, koster (clerc marguiller) Augustin Noël Joseph Leclercq, 48, herbergier Jean Baptiste Cartier fils, 26 en handelaar Augustin Joseph Lemaur, 40, allen van Thulin.

Ze krijgen 4 kinderen waaronder een zoon, Boniface Joseph Patte, geboren te Thulin op 28 mei 1826, eveneens kleermaker. Deze trouwt op 1 maart 1848 met Joséphine Hernaut, in 1820 eveneens geboren te Thulin, dochter van François Philippe Hernaut en Augustine Peltier. Hij overlijdt te Thulin op 12 november 1893. Hij heeft nog steeds nazaten in Thulin in de families Patte, Hernaut, Druart, Sigart, Prévot, Delcourt, Castelin, Stalins en misschien nog andere (Rinchon alliances, p. 97).

Jean Baptiste is overleden voor dit huwelijk. Angélique overlijdt op 86-jarige leeftijd in haar huis in Thulin om 21 uur op 27 maart 1872.

Eugenie Joseph Amand

Ze is geboren om 4 uur in de morgen op 15 november 1795 te Moeskroen en er dezelfde dag gedoopt. Vader Boniface is niet bij de doop aanwezig maar in de akte staat dat de ouders in de parochie St Barthélémy wonen. Peter is Jean Baptiste Quivron van Moeskroen en meter Marie Anne Treumerij van Petegem bij Oudenaarde. Ze zijn beiden in de parochie gedomicilieerd.

Op 1 mei 1821 trouwt ze te Adinkerke met Joannes Franciscus Lescrinier, een “kleermaker van stijle” wonend in Adinkerke die op 13 januari 1801 (23 nivose an IX) geboren is in Lombardsijde. Bij de aangifte van zijn geboorte is er ook een vrouw, Régine Kempijnck, 20 jaar en verblijvende in Westende. Dat kon dus toen in de Franse tijd.

Eugenie is bij haar huwelijk dienstmeid en woont in Veurne. Vader Bonifatius heeft met een akte voor notaris Cuvelier in Veurne toestemming gegeven voor het huwelijk op 18 maart. Getuigen zijn Pieter Van Lichtervelde, een herbergier van 50 uit Adinkerke, Henricus Dewitte, een schoenmaker van 40, Vistalus Schoolvaert, een paardensmid van 37 en Henricus Colbert, een douanier van 39 of zoals het in de akte staat “geemploijeerde der inkomende en uitgaande rechten”. De drie laatsten wonen in Veurne, sectie Bewelterpoort. Op de site inventaris.onroerenderfgoed.be lees ik hierover: “In oorsprong, landelijk gebied ten westen van de stad Veurne dat zich uitstrekte tot aan de Moeren; bestuurlijk behorende tot de Noordvierschaar van de kasselrij Veurne met eigen hoofdman, doch kerkelijk afhankelijk van Sint-Niklaas- en Sint-Denijsparochie; circa 1818 toegevoegd bij de stad Veurne. Volgens telling van 1697: eenentwintig huizen met 115 bewoners. Oude plaats- en huisnamen volgens archiefbronnen gekend uit de 13de, 16de-18de eeuw. Straatbenaming tot op heden vermeld gebied omvattend.”

Zij krijgen 6 kinderen. De twee eersten worden geboren in 1822 en 1824 in Loo, nu een deelgemeente van Lo-Reninge. Vader Joannes is daar dan kleerkamer maar waarschijnlijk omdat hij met een douaniersdochter getrouwd is, trekt hem dat beroep meer aan. Bij de geboorte van de twee volgende in 1826 en 1829 is hij douanier in Moeskroen. En ja, een douanier moet dikwijls van standplaats veranderen… in 1832 wordt een vijfde kind geboren en dan woont het gezin in Herzeeuw (Herseaux), een deelgemeente van Moeskroen. Hun zesde (en laatste kind) wordt geboren in Bulskamp, een poldergemeente die nu deel uitmaakt van Veurne. Joannes heeft dan de graad van douanier. In 1852 bij het huwelijk van een van hun kinderen in Rekkem staat als verblijfplaats Zandvliet. Joannes sterft te Sint-Andries op 5 mei 1875 in zijn woning “staande in deze gemeente langs de Leege weg geteekend numer 91A der sectie C”. Eugenie sterft op 27 maart 1881 in Brugge. Als beroep staat dan “gepensioneerd van de staat¨. Welk werk ze voor de staat gedaan heeft, weet ik niet. Ze woonde in de Jan Miraalstraat 26.

Marie Antoinette Amand

Ze is geboren op 5 december 1797 in Wuustwezel, in het huis gelegen in het gehucht Cruyswegh. Getuigen bij de aangifte zijn Jean Van der Vliet, een herbergier van 31 en Marie Rose (weer een vrouw, Franse tijd weet je wel…) Plissimier, de echtgenote van een douanebeambte, beiden wonend in Wuustwezel. Haar doopakte heb ik niet gevonden.

Ze verhuist met haar familie naar Stabroek en komt dan in Veurne terecht. Ze werkt er als dienstmeid wanneer ze op 2 december 1823  op 26-jarige leeftijd trouwt met de 22-jarige schoenmaker Norbertus Franciscus Constantinus D’hondt, op 17 februari 1801 (28 pluviose an IX) te Veurne geboren als zoon van Joannes en Rosalia Noote. Getuigen bij hun huwelijk zijn Franciscus D’hondt, 26 en slotenmaker, broer van de bruidegom, Joannes Noote, 49 en schoenmaker, oom van de bruidegom, Joannes Quartier, 27 en schrijver en Norbertus Verharne, 38 en sergeant van politie. De laatste twee getuigen zijn kennissen van Marie Antoinette. Alle getuigen bevestigen onder ede dat de naam van de bruidegom als D’hondt moet worden geschreven. Boniface en Thérèse hebbben hun toestemming gegeven met een akte verleden voor notaris Delamij in Boussu op 20 november en waren dus niet aanwezig bij dit huwelijk. Norbert heeft voldaan aan de trekking voor de nationale militie onder het trekkingsnummer 17 van het jaar 1820 en is ingelijfd bij de 6de afdeling als Flankeur in de eerste compagnie 3de bataljon infanterie.

We hebben hier te maken met een gezin dat op eenzelfde plaats blijft wonen, namelijk in Veurne. Ze krijgen er zeven kinderen waarvan er drie vroeg sterven. De eerste, Antonia Rosalia, net drie dagen na hun huwelijk geboren op 5 december, sterft na zeven weken op 22 januari 1824. Uit de overlijdensakte vernemen we dat ze in de Zuidstraat 38 wonen.  Hun tweede dochter Sophia Rosalia wordt geboren op 21 november 1824 en sterft al na 10 dagen. Dan staat er Zuidstraat 36! Dan krijgen ze opnieuw een dochter en wanneer hun zoon Henricus Cornelus Norbertus, geboren op 15 september 1828, na 25 dagen sterft op 10 oktober, wonen ze In de Nieuwe straat 8. Hij is een kind van een tweeling. Zijn zusje blijft in leven. Daarna krijgen ze nog een dochter en zoon. Deze wordt geboren op 9 augustus 1834 en dan wonen ze in de Noordstraat wijk A 6. Zo standvastig zijn ze dus ook niet, al blijven ze wel hun hele leven in Veurne.

Marie Antoinette wordt niet oud. Ze sterft op 39-jarige leeftijd op 29 november 1836 in het burgerlijk hospitaal “staende ter Houtmerkt wijk A n° 8”. Haar echtgenoot komt het overlijden aangeven. In de overlijdensakte staat nog over vader Boniface… gepensioneerde der douanen, 83, geboren in Thulin en wonende te Herson (zal wel Herseaux bedoeld zijn). Boniface was drie maanden eerder overleden in Bury maar ik denk dat zijn schoonzoon dat toen nog niet wist. Norbert zelf sterft ook jong. Hij is nog net geen 37 wanneer hij, in hetzelfde ziekenhuis sterft op 17 januari 1838. Zijn broer, slotenmaker Franciscus D’Hondt is het overlijden komen aangeven samen met Joannes Vanpeene, een dienstknecht in het hospitaal.

Charles Antoine Amand, mijn betovergrootvader.

Hyacinthe Josephe Amand

Ze is geboren in Stabroek op de 26ste fructidor (dit is de periode van de vruchten, “les fruits”, augustus-september) van het Republi­keins jaar 9, in onze jaartelling op maandag 13 september 1801. Vader Boniface komt haar geboorte aangeven. Hij woont dan in de de sectie n° 79. Getuigen zijn twee burgers uit Frankrijk: Louis Carpentier, 21, geboren in Barnevil in het département de la Manche die ook douanier is en in de 2de sectie woont op nummer 54 en een vrouw, Hyacinthe Josephe  Decand, 32, geboren in Lille, département de Douai. Bij de doop ’s anderendaags is deze laatste trouwens ook haar meter en naamgeefster. Peter is ook de voornoemde Carpentier, die echter vervangen wordt door Anne Catherine Van den Bergh, een vrouw die de peter vervangt… de Franse tijd!

Ze is naaister van beroep en 23 jaar wanneer ze te Thulin trouwt (zie de akte, deel 1, 2 en 3) op 11 november 1825 om 3 uur met Philip­pe Jac­ques Alexa­n­dre De­meuldre, geboren te Marche op 1 september 1792. Ik heb zijn geboorteakte nog niet gevonden. Hij is dan kleer­maker in Bous­su. Zijn vader Alexandre is gestorven op de eerste mei 1793, toen hijzelf nog maar acht maanden was. Zijn moeder Philippine Ma­tagne verblijft in Parijs en geeft toestemming voor het huwelijk via een akte verleden voor twee koninklijke notarissen van Parijs op 5 oktober. Er zijn vier getui­gen bij hun huwe­lijk, allen vrien­den van de echte­lin­gen en wonend in Thulin. Het zijn Pierre Jean Pour­celet, een rentenier van 49, Franç­ois Louis Lorio, een herber­gier van 47, Augustin Joseph Le­maur, een handelaar van 41 en Pierre Joseph Grapin, veldwach­ter, 44 jaar oud. Allen hebben de huwelijks­akte gete­kend, behalve Hyacinthe, die ver­klaart niet te kunnen lezen noch tekenen.

Ik denk dat Philippe Rinchon in zijn boek over Thulin over 2 van deze getuigen spreekt, waar hij het heeft over soldaten in het Franse leger van Napoleon. Op p. 271 staat: “A.J. Lemaur, sergeant major dans un régiment de ligne” en “Pierre Grapin”. Hij schrijft een beetje verder “J’ai souvent joué aux cartes avec Pierre Grapin qui idôlatrait toujours l’empereur Napoléon; dans une grande bataille, il avait eu les deux cuisses traversées d’une balle.” (deze Grapin was dus nog steeds een grote fan van Napoleon ondanks het feit dat een kogel zijn twee dijen doorboord had).

Het koppel krijgt tussen 1828 en 1837 vier kinderen die allen vroeg sterven. Op 31 augustus 1832 sterft zoon François  in Thulin. In de akte staat dat voormelde Lorio een grootoom van het twintig maanden oud jongetje is. Merkwaardig is dat hij sterft in het huis van Jean Baptiste Patte, zijn oom want hij is de echtgenoot van Angélique Dorothée, een zus van Hyacinthe. Die wonen dan dus ook nog in Thulin. Dat is toch eigenaardig want alle kinderen zijn geboren in Boussu en drie sterven daar ook in hun verblijfplaats en bij twee van de drie is de vader niet aanwezig bij de aangifte… In ieder geval zijn het twee kinderen van Boniface die zich dus nog eens zagen. Dat zal, behoudens misschien voor Anne Marie, niet het geval geweest zijn met de andere kinderen die in Limburg, Antwerpen en West-Vlaanderen woonden.

Hyacinthe Joseph sterft als weduwe in haar woning gelegen in een voorstad van Ath , in de wijk van Bussel, n° 31 op 17 juli 1866 om 17 uur, in de ouderdom van 65 jaar. Haar overlijden wordt aangegeven door Constantin Dutilleul, 56 en Vincent Dutilleul, 28, beiden dagloners en buren van haar. In de akte staat dat ze op het ogenblik van haar overlijden gedomicilieerd is in Maffles maar verblijft te Ath (waar Mafles nu bij hoort). Men heeft blijkbaar niet kunnen achterhalen wie haar ouders zijn. Ik heb het overlijden van haar echtgenoot niet kunnen vinden en ik weet ook niet wanneer en waarom ze naar Ath verhuisd is.

Félix Constant Amand

Hij is geboren op 27 oktober 1802 in Stabroek om 2 uur ’s nachts. Getuigen bij de aangifte zijn Denis Ducat, een luitenant bij de douanen van 51 jaar en Lambert Martin, een 26-jaar oude douanebeambte uit Hoevenen. Ze zijn dan beiden werkzaam in het het kantoor van “Putte France” waar ook vader Boniface werkt.

Bij de doop ’s anderendaags is diezelfde Lambert Martin peter en Adelaïde Ducat meter. Zij zal wel een zus van voormelde Denis zijn.

Félix is niet oud geworden want hij sterft, nog geen 5 jaar oud, op 26 augustus 1807 in Stabroek.

Jacques AMAND

Hij is geboren op 1 januari 1805 om 22 uur te Stabroek. Getuigen bij de aangifte zijn Joseph Mattot, 40 en Antoine Mercier, 37, douanebeambten gedomicilieerd in Stabroek. Hij is gedoopt op 2 januari met als peter Jacques Dingemans en als meter Marie Elisabeth Vandevelden.

Stabroek lag op de grens met Nederland in het kanton Ekeren en het département des deux Nèthes.

Zijn ouders zijn op 18 juni 1815 naar Thulin teruggekeerd. Daar heeft Jacques een slecht lot getrokken, n° 24, wat hem verplichtte tot legerdienst “bij de Hollanders”, zoals Leon Amand schrijft. Hij was vrij van militaire dienst bij zijn huwelijk.

Jacques is op 23-jarige leeftijd gehuwd op 30 januari 1828 om 11 uur te Boussu met Marie Thérèse Joseph (Therese) Ducobu, een naaister van 28 uit Boussu. De getuigen bij het huwelijk zijn allemaal familieleden: Alexandre Demeuldre, 33, kleermaker, schoonbroer van de bruidegom, Eloi Delaunois, 35, handelaar, schoonbroer van de bruid, Antoine Ducobu, 40, rentenier en Norbert Ducobu, 33, broers van de bruid, allen van Boussu. De bruid is geboren op 14 juni 1799 te Boussu als dochter van Antoine Ducobu en Henriette Deham. 

Jacques is douanier geworden en moet dus net als zijn vader veel verhuizen. In 1828 woont hij in Thulin en na zijn huwelijk in Boussu. Hij is in 1835 “beambte der uitgaande rechten” (lees douanier) in Wuustwezel en in 1837 onderbrigadier in Merksplas en in 1840 in Oorderen. Dit dorp is verdwenen. Het werd in 1965 afgebroken om plaats te maken voor de Antwerpse haven. In 1844 is hij brigadier in Sint Gillis Waas. In 1847 bij de geboorte van zijn laatste kind Emile is hij brigadier residerende in De Klinge (arrondissement Dendermonde) en er gedomicilieerd “zegge te Stabrouk”! Hij is er dan 43 en zijn vrouw 48!

Het gezin krijgt 7 kinderen. Zie voor het verdere nageslacht “Over Jacques Amand en Marie Thérèse Ducobu en hun nakomelingen”.

De beide echtelingen overlijden allebei in Sint-Niklaas. Marie Thérèse op 25 november 1878, ze is dan 79. en Jacques op 26 juni 1879. Hij is 74 geworden. Hierbij een doodsprentje van hem en zijn echtgenote.

We weten ook nog dat Jacques getuige was bij het huwelijk van zijn schoonbroer Norbert Joseph Ducobu met Rosalie Catherine Amand in Boussu in 1828. Deze Rosalie zit niet in de Amand- tak van Thulin.