Al vanaf 1817 werd Matheus Indekeu in de geboorteakten van zijn kinderen vermeld als landmeter en – hoe kan het anders? – als bierbrouwer. Vanaf 1820 vond hij zijn weg in het plaatselijke bestuur en werd gemeentesecretaris. Al een eeuw lang stond de familie Pendris in Neeroeteren aan de top van de sociale ladder, maar in 1825 slaagde Matheus er in om tot burgemeester benoemd te worden. N.a.v. van de incidenten bij de Belgische onafhankelijkheid (1830) hing hij die burgemeestersjas aan de wilgen. In de nacht van 27 op 28 oktober 1830 was er een dijkdoorbraak van de Zuid-Willemsvaart, tussen Neeroeteren en Rotem. In de vroege morgen gingen burgemeester Matheus Indekeu en veldwachter Hendrik Everts poolshoogte nemen, maar botsten op een patrouille Hollandse rijkswachters en militairen, die een sabotagedaad veronderstelden en de burgemeester en veldwachter zeer onzacht behandelden. Matheus Indekeu was hier zo van onder de indruk dat hij op 30 oktober 1830 zijn ontslag indiende. Op 13 december 1830 stelde het Belgisch Voorlopig Bewind de vorige burgemeester, Willem Pendris, als dusdanig terug aan. Intussen – in 1826 – was de Zuid-Willemsvaart aangelegd door het dorp heen. Aan de kanaalkom had Matheus in 1828 een hoeve gebouwd. Af en toe was hij ook nog als landmeter actief; zo wordt op het Rijksarchief te Maastricht een grondplan van de kerk van Neeroeteren bewaard, dat hij in 1830 vervaardigde n.a.v. een toen geplande restauratie. In datzelfde jaar zou hij ook een plan van de pastorie van Neeroeteren getekend hebben. Van zijn ontslag als burgemeester (1830) kreeg Matheus achteraf spijt. In 1842 kwam hij terug op bij de gemeenteverkiezingen, die hij glansrijk won. Vanaf 1843 tot aan zijn overlijden in 1850 was hij voor de tweede maal burgemeester. Hij overleed te Neeroeteren op 5 mei 1850, nog geen 64 jaar oud. Zijn echtgenote overleefde hem iets meer dan een jaar; zij had zeven kinderen ter wereld gebracht, onder wie er echter slechs twee voor nageslacht zouden zorgen: – Joannes Antonius, geb. 23-12-1811, werd slechts 7 dagen oud, want hij overleed al op 30-12-1811 te Geisteren-Neeroeteren; – Joannes Matheus (Jean Mathieu), (1813-1882), als “grondeigenaar” huwde hij in 1859 met Maria Paulina Peeters, jongere zus van de voormalige burgemeester Guillaume Peeters(1850-54) en oudere zus van dokter-schepen Paul Gisbert Peeters, die in 1864 burgemeester werd. Jean Mathieu Indekeu werd de stamvader van de Indekeus “van ’t dorp” (zie meer hierna); – Maria Catharina (1814-1882); in 1847 huwde zij met Joseph François Schoolmeesters (1811-1877), die een watermolen in Beek bij Bree exploiteerde; – Joannes Martinus (1817-1881), priester gewijd te Luik in 1842, eerst kapelaan te Elen, daarna pastoor te Gerdingen en vervolgens te Meeuwen, het dorp van zijn voorouders; – Petrus Johannes (1819-1859), ongehuwde brouwer die al op 40-jarige leeftijd overleed in het huis Lipsen in Geisteren 52 te Neeroeteren; – Maria Gertrudis (1822-1861), die in haar jeugd (1841-1847) in het klooster bij de “Soeurs de Notre Dame” te Luik en te Namen verbleef, maar daar niet kon aarden en uiteindelijk terugkeerde naar haar geboortedorp om er als “geestelijke in de wereld” te leven; zij overleed in de ouderlijke “Lipsenhof”.

Bron: https://adoc.pub/hulp-uit-onverwachte-hoek-de-inschrijvingsregisters-van-de-a.html – uittreksel Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 3, mei 2008; bovenstaande tekst staat op pp. 299-300.

NO COMMENTS
Post a comment