(uit VAN MEEUWEN NAAR NEEROETEREN, EN LATER VERENIGD IN ALKEN. TWEE EEUWEN FAMILIE INDEKEU (ca. 1750-1950) geschreven door Bruno Indekeu en Leo Cuppens en te vinden op de site https://perswww.kuleuven.be/~u0013713/indekeu.eu/Twee%20eeuwen%20

familie%20indekeu%28_%29.pdf

Rivaliteit tussen de families Pendris en Indekeu; en hoe een dubbeltje rollen kan
Toen Matheus Indekeu omstreeks 1811 in Neeroeteren toekwam, was de familie Pendris er sinds een eeuw de “leading family”. Al in 1720 was een notaris Willem Pendris ook secretaris van de gemeente Neeroeteren en dat was hij alleszins nog op 22 februari 1741. Vermoedelijk was hij dezelfde persoon als Gulielmus Leonardus of Wilhelm Pendris (1705- 1763) uit Neeroeteren, die bij zijn dood nog secretaris in Opoeteren was. Zijn zoon Paulus Gisbertus Pendris (1740-1790) was van 1772 tot zijn dood in 1790 luitenant-drossaard van het ambt Stokkem en diens ongehuwde zoon Wilhelmus Jacobus Gisbertus (1774-1851) was burgemeester van Neeroeteren in de jaren 1820-1825 en 1830-1842; hij overleed in het huis Scholtissen aan het Neeroeterse dorpsplein in 1851.

De inwijkeling Matheus Indekeu bleek in het dorp echter vrij vlug aan aanhang gewonnen te hebben, en dat was overduidelijk een doorn in het oog van Willem Pendris die tot twee maal toe (in 1825 en in 1843) de burgemeesterssjerp aan Matheus Indekeu moest afstaan. De twee politieke opponenten moeten het totaal “not done” gevonden hebben toen omstreeks 1840(?) Jean Mathieu Indekeu, de oudste zoon van Matheus, verliefd werd op Maria Paulina Peeters, de dochter van de jongste zus van Willem Pendris! De laatste, Maria Gertrudis Pendris (1780-1869), huwde op 29 juni 1809 met haar dorpsgenoot Philippe Peeters (1779-1857), die “sergeant” was in het garnizoen van Maastricht en jarenlang diende als onderluitenant van Napoleon (zijn sabel bleef bewaard bij de familie Indekeu van Zoutleeuw en wordt nu in Brussel bewaard). Van 1825 tot 1837 fungeerde oud-militair Peeters als gemeente-ontvanger in Neeroeteren.

Toen Matheus Indekeu in 1850 als burgemeester overleed, zou men kunnen verwacht hebben dat zijn oudste zoon Jean Mathieu, op dat ogenblik 37 jaar oud, in vaders voetsporen wilde treden. Niettemin bleek hij geen aspiraties in die zin te hebben. De burgemeesterstitel keerde terug naar de familie Pendris, in de persoon van Guillaume Peeters (1815-1900), die echter in 1854 als notaris naar Rekem vertrok en de burgemeesterssjerp ging over naar zijn broer, dr. Paulus Gisbertus Peeters (1819-1898), die burgemeester tot zijn overlijden in 1898. Beide opeenvolgende burgemeesters Peeters waren broers van de Maria Paulina Peeters op wie Jean Mathieu Indekeu verliefd geworden was …, en Jean Mathieu heeft misschien wel gedacht dat hij eventuele politieke ambities moest onderdrukken als hij zijn Maria Paulina ooit in het huwelijksbootje wilde krijgen?


De echtgenoten Peeters-Pendris overleden in het huis Scholtissen (Dorp 24): hij op 9 augustus 1857 en zij op 22 januari 1869. Jean Mathieu Indekeu en Maria Paulina Peeters moesten misschien wel omwille van de zogenaamde naijver tussen de families Pendris en Indekeu hun aanvankelijke huwelijksplannen opbergen. Pas op 28 februari 1859 stapten ze in het huwelijksbootje; hij was toen al 46 jaar oud en zij 41! Hadden zij willen wachten tot alle ouders overleden waren? Verloren zij toch hun geduld? In elk geval, bij hun huwelijk was de 79-jarige moeder Pendris present; de kranige dame overleed overigens pas 10 jaar later.

Jean Mathieu Indekeu-Peeters (1813-1882) (generatie 2 – deel 1)
Landbouwer-grondeigenaar en stamvader van de tak Neeroeteren-dorp alias “van de notaris”

Jean Mathieu Indekeu werd op 7 januari 1813 te Neeroeteren geboren als tweede kind – en als oudste kind in leven – van Matheus Indekeu en Joanna Gertrudis Janssen. Toen zijn vader, de burgemeester, in 1850 overleed, was de oudste zoon nog landbouwer. Wij mogen redelijkerwijze aannemen dat hij dan nog in het ouderlijk huis woonde, in het huis Lipsen in het Geisteren 52, samen met zijn ongehuwde broer (de bierbrouwer Petrus Johannes) en zus (Maria Gertrudis), die er zouden overlijden respectievelijk op 26 augustus 1859 en op 12 maart 1861.

Jean Mathieu was – ingevolge de voormelde familiale naijver – al 46 jaar oud toen hij op 28 februari 1859 huwde met de ook niet meer piepjonge, want 41-jarige dorpsgenote Maria Paulina Peeters (1818-1905). Daags tevoren sloten de trouwlustigen voor notaris Schoolmeesters uit Maaseik een huwelijkscontract. De bruid was niet de eerste de beste. Haar oudste broers Willem (Guillaume) en Paul waren respectievelijk notaris in Rekem en geneesheer/burgemeester in Neeroeteren. Haar jongste broers Jan Lodewijk en Philippe Jacobus waren geestelijken en zouden hun “carrière” beëindigen als pastoor-deken, respectievelijk in Peer en in Tongeren. Bij het burgerlijk huwelijk ondertekende de moeder van de bruid als enige overlevende ouder mede de akte. Dat moeder Pendris en de broers Peeters de huwelijksakte mede ondertekenden, lijkt erop te wijzen dat toen van familiale naijver tussen Indekeu en Pendris geen sprake meer was.

Vermoedelijk ging het “jonge” paar onmiddellijk daarna wonen in het Scholtishuis aan het Dorpsplein, waar eeuwenlang het “hoofdkwartier” van de familie Pendris was. Na het overlijden van schoonmoeder/moeder Pendris in 1869 mochten Jean Mathieu Indekeu en zijn vrouw door familiale deling eigenaar worden van het statige dorpshuis, waar Jean Mathieu zou overlijden op 7 maart 1882. Maria Paulina Peeters erfde Scholtisse met alle inboedel, als tegenprestatie voor de studiekosten die haar vier broers bij de ouders hadden teweeggebracht. Dat viel niet in goede aarde bij voornoemde broers Peeters.

NO COMMENTS
Post a comment